Week 3

25-02-2014 16:59

Nothing ever becomes real till it is experienced. - John Keats

 

 

16/02, Zondag & 17/02, Maandag

De tweede werkweek is alweer begonnen. Ik ben nog steeds zeer grondig aan het observeren in het weeshuis en bekijk hoe de kinderen met elkaar omgaan, hoe ze zich gedragen en wat ze goed kunnen. Dit is ook wat de school van mij verwacht in de eerste weken: rustig toekomen en veel observeren.

Maandag was mijn vrije dag. Ik ben naar Thamel gegaan, het toeristische gedeelte van Kathmandu. Daar ben ik op zoek gegaan naar verschillende trekkingsorganisaties voor mijn papa en mijn broer. Zij willen graag een grote trekking doen. En natuurlijk, zoals Nepal is, willen ze toeristen een duurdere prijs aanrekenen. Daarom vergelijken we verschillende organisaties.

We hadden beloofd om deze avond Europees eten te maken voor het gastgezin en de andere vrijwilligers die er verbleven. We hebben spaghetti bolognaise gemaakt met vele verse groenten, want groenten zijn hier niet zo duur. Het was heel lekker en onze gastouders vonden het ook lekker.

 

18/02 Dinsdag

De eerste werkdag van de week. Ik begin stilaan mijn draai te vinden in het weeshuis. Ik vind het leuk om de kinderen na school op te pikken, hun te helpen met om te kleden, hun helpen met hun huiswerk en daarna spelen. De band groeit. Ik ben eerder nog wat aan het verkennen en aan het zoeken hoe mijn stage er precies uit gaat zien. In het weeshuis heb ik al een paar hulpvragen ontdekt, die misschien al een mooie start zijn om vanuit te vertrekken. Natuurlijk is het belangrijk dat ik deze ook aftast bij de begeleiders van het weeshuis. 

Omdat ik op één dag, buiten zaterdag en een feestdag, maar 4 uur werk in het weeshuis, ben ik voorbije week op zoek gegaan naar een ander project. Als ik enkel in het weeshuis werk ga ik het verreiste aantal uren niet halen voor mijn stage. En dit zou natuurlijk jammer zijn. Misschien zou ik hier nu niet meteen mee bezig moeten zijn, en zou ik beter nog wat wennen aan de cultuur, kinderen, gewoonten, tradities, manier van werken, enz., maar het speelt toch in mijn hoofd. Ik wil er echt een goede stage van maken en hier veel uit geleerd hebben.

Maar dus, ik ben even afgeweken. Waar ik dus wou toe komen was het feit dat ik al enkele dagen ben gaan observeren in de school, om te kijken of ik hier misschien een vorm van sociale inclusie kan integreren als extra project om meer uren te hebben. Op voorhand leek het een heel goed idee, maar na enkele keren proberen en met de leerkrachten verschillende gesprekken te hebben voel ik er mij toch niet zo goed bij. Ze staan heel open voor mij inbreng, maar hebben een heel andere manier van werken. Sociale inclusie kennen ze niet. Ik probeerde hen uit te leggen dat ik een project wou uit werken met 1 kind of meerdere kinderen die het moeilijk hebben om te volgen in de klas vanwege een specifieke problematiek. De school stond heel open voor het idee en gaven een lijst van de kinderen. Op die lijst stonden 18 kinderen, wat heel veel is. Na verschillende observaties en de kinderen wat beter te leren kennen ging het om meisjes en jongens die in één vak wat minder goed zijn dat het gemiddelde van de klas. Dus niet echt de doelgroep die ik beoogd had. Volgens de visie die ik meegekregen heb vanuit mijn opleiding is Sociale inclusie een manier om kinderen te versterken vanin de klas en hen laten participeren in een gewone school doormiddel van extra begeleiding. Zo hoeven de kinderen bijvoorbeeld niet naar het buitengewoon onderwijs. Dit was ook niet echt het geval. De leerkrachten wouden toch zeer graag dat we de kinderen uit de klas namen en hen les gaven. Ik snap de school/de leerkachten hun idee en visie wel, maar dit is niet echt wat ik wil beogen. Na vele gesprekken voor ik mij toch niet helemaal goed bij dit project. Ik heb het gevoel dat de leerkrachten wel openstaan voor mijn inbreng, maar dat ze toch een aantal dingen van mijn verwachten zoals dat ik hen les geef. Misschien zit ik te veel met de westerse visie in mijn hoofd, maar lesgeven is ook niet de bedoeling van mijn stage binnen de opleiding orthopedagogie. 

Ik ga dus stopen met dit project en zien wat er komt opdraven. Ik ga nu de komende dagen mijn aandacht focussen op het weeshuis en op de kinderen.

 

19/02, Woensdag

Vandaag was het een feestdag. Dit gebeurt wel al eens vaker in één maand hier in Nepal. Omdat het een feestdag is, moeten de kinderen van het weeshuis niet naar school. Fien, een andere belgische student van sociaal werk, en ik hadden het idee om met haar weeshuis en mijn weeshuis een voetbalwedstrijd te organiseren. Ik heb al ondervonden dat de kinderen naast vriendjes op school niet echt andere vrienden hebben. En eenmaal de school gedaan is, zien ze hun vriendjes van op school ook niet meer. Die voetbalwedstrijd is dan misschien een mooie kans om wat te netwerken met de kinderen van het andere weeshuis en dus om nieuwe vrienden te maken. Ik denk wel dat ik in mijn opzet geslaagd ben. De kinderen van mijn weeshuis vonden het heel tof om te voetballen met de andere kinderen. Om al echt te spreken van nieuwe vrienden, daarvoor is het misschien te vroeg. Maar er is al een eerste stap gezet in de goede richting. 

Na de voetbalwedstrijd zijn we allemaal te samen gaan kijken naar de "Final School Competitions". Blijkbaar heeft elke school in Pepsi Cola een voetbalteamd van jongens. En vandaag was het de laatste wedstrijd, waarna bekend zou zijn wie dit jaar de winnaar is. Ook dit vonden de kinderen heel leuk om te doen met mij. Enkele jongens zeiden vandaag tegen mij: "you do such a nice things with us". Dit gaf me wel een goed gevoel dat ze appreciëren wat ik met hun doe en organiseer.

 

20/02, Donderdag & 21/02, Vrijdag

Deze donderdag ben ik gaan observeren in het Women Center om te zien of ik hier misschien mijn steentje kan bijdragen en hier een aantal uren per week stage kan lopen. Het women center is een groep vrouwen die elke dag van 10u30 tot 12u30 op vrijwillige basis les komen volgen. Ze krijgen Engels en wiskunde. Het zijn niet zomaar lessen, maar creatieve lessen die gegeven worden om hun zelfredzamer te maken omdat engels steeds een belangrijkere taal wordt en omdat deze vrouwen zelf vroeger amper educatie hebben gekregen. Naast het women center blijken deze vrouwen niet veel uit huis te komen. Hun hoofdtaak is hun huishouden runnen. De leerkrachten van het women center proberen hun zelfstandigheid en kennis van deze vrouwen op verschillende manier te verhogen.

Enkele dagen geleden kwam Tisj, een andere vrijwilligster, met een zak vol kleren naar het weeshuis. Ze werkt in een school in Qatar en deze school had al deze kleren verzameld voor weeskinderen in Nepal. Blijkbaar hebben ze nog veel meer ingezameld dan deze zak, die dan voor andere weeshuizen is in de buurt. De hele dag zijn we bezig geweest met de kasten van de kinderen uit te mesten. De kleren die kapot waren hebben we weg gesmeten, de kleren die vuil zijn hebben we apart gelegd om te wassen en de nieuwe kleren hebben we verdeeld over iedereen. Toen de kinderen terug kwamen van school waren ze super blij met de nieuwe kleren. 

Normaal gezien worden de kleren van de kinderen één keer per week gewassen. Zelf vind ik dit eigenlijk te weinig, zeker omdat deze kinderen slapen in diezelfde kleren. Ik ben van plan om voor het weeshuis wasmanden te kopen en hen leren om meerdere keren per week hun kleren te wisselen.

 

22/02, Zaterdag

Vandaag was het weekenddag voor de kinderen. Het was een heel fijne dag. De kinderen hebben mij verschillende spelletjes leren spelen. Zo hebben ze mij "schipper mag ik over varen" geleerd. Ze spelen het op een heel andere manier dan wij gewoon zijn. Ik zal het even proberen te schetsen. Er zijn dus twee muren tegenover elkaar. Eén kind staat aan de ene muur en de andere staan aan de andere muur. De groep kinderen zingen het liedje. "Sailor may I pass over, yes or no?". Als de schipper nee antwoord moeten de kinderen over lopen naar de andere muur. Als de schipper ja antwoord moeten ze in koor antwoorden: "How?". En dan zegt de sailor een manier hoe ze moeten overlopen. Tot hier toe is het bijna hetzelfde als hoe ik het geleerd heb in mijn kindertijd. Het grote verschil is wanneer de kinderen getikt worden. Je moet bijvoorbeeld oversteken op 1 been. Ik deed dit en toch kon ik getikt worden, waarom dat weet ik nog steeds niet, maar dit was een regel. De kinderen konden mij ook niet goed uitleggen waarom ik dan getikt mocht worden. Ik ben wel benieuwd wat hun regel daarover is, dus ik blijf zoeken tot ik het spelletje helemaal begrijp.

Het was een heel fijne dag en ik heb mij goed geamuseerd met de kinderen.

 

 

Liefs, Ine x